Het Koninklijk Besluit van 4 september 2023 (B.S. van 21 september 2023) heeft het Koninklijk Besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (KB AUR) gewijzigd met betrekking tot borgtochten.
Artikel 25 van het KB AUR, zoals het nu van kracht is, bepaalt in het bijzonder dat:
- de aanbesteder mag geen borgtocht eisen voor overheidsopdrachten en raamovereenkomsten waarvan het gunningsbedrag lager is dan 50.000 euro ;
- de aanbesteder mag beslissen geen borgtocht te eisen of een lager percentage dan in het KB AUR te voorzien, door middel van een desbetreffend bepaling in de opdrachtdocumenten, zonder dat dit een afwijking van de algemene uitvoeringsregels vormt en zonder dat dit gemotiveerd hoeft te worden.
In het Verslag aan de Koning worden de aanbesteders aangeraden om geen borgtocht op te leggen als dat niet nodig is. Een borgtocht heeft immers financiële gevolgen voor de ondernemer die een deel van zijn liquide middelen geblokkeerd ziet. In geval van een borgtocht wordt bovendien niet alleen de opdrachtnemer met aanzienlijke administratieve lasten geconfronteerd, maar ook de aanbesteder die de nodige controles moet verrichten. Verder, bij engineeringopdrachten is het risico dat de opdrachtnemer zijn verplichtingen niet nakomt in de praktijk erg laag.
Daarom moedigt ORI aan om geen borgtochten meer te eisen bij opdrachten voor diensten in verband met ingenieurstaken, of om ten minste de toepassing ervan te beperken tot opdrachten met een reëel risico op niet-nakoming.